Home Contract Zoeken

Overeenkomst Energievoorziening Weideveld te Bodegraven

. OVEREENKOMST ENERGIEVOORZIENING WEIDEVELD 20-07-2007

1.

HET OPENBAAR LICHAAM GEMEENTE BODEGRAVEN, vertegenwoordigd door de heer J.J. Bouwens, wethouder, handelend ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 24 juli 2007, hierna te noemen 'de Gemeente'

2.

DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP NUON NETWERK SERVICES, statutair gevestigd te Arnhem, ten deze rechtsgeldig middels volmacht vertegenwoordigd door drs. R.L. Kerkmeester, directeur Commerciële Zaken van Nuon Netwerk Services, hierna te noemen 'het Energiebedrijf' De Gemeente en het Energiebedrijf hierna tevens afzonderlijk aan te duiden als 'partij' en gezamenlijk als 'Partijen',

. OVERWEGENDE DAT:

.1.

De Gemeente zich bezighoudt met de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Weideveld, hierna te noemen 'de Locatie', waar in totaal circa 750-800 Woningen gerealiseerd zullen worden;

.2.

De Gemeente zich bij de ontwikkeling van de Locatie op het gebied van milieu ten doel heeft gesteld om minimaal 30% CO,-reductie te realiseren ten opzichte van de situatie waarin de Woningen zijn aangesloten op een gasnet en een EPC van 1,0 hebben;

.3.

De selectie van de 0ntwikkelaar(s) voor de realisatie van de Locatie nog uitgevoerd dient te worden ofwel dat met geselecteerde 0ntwikkelaar(s) nog tot contractuele overeenstemming dient te worden gekomen. Eisen voortvloeiend uit de selectieprocedure voor de realisatie van de energievoorziening voor de Locatie zullen deel uit maken van de eisen die worden gesteld aan de Ontwikkelaar(s). Voor het eerste deelgebied zijn de eisen voortvloeiend uit de selectieprocedure door de Gemeente reeds opgenomen in afspraken met de betreffende Ontwikkelaar;

.4.

De Gemeente, op basis van onder punt 2 genoemde ambitie ten behoeve van de energievoorziening van de Locatie op basis van een 'Programma van Eisen voor de Energievoorziening Weideveld Bodegraven', (NE) met referentienummer 04.064/PVE van 15 februari 2005, aanbiedingen heeft gevraagd;

.5.

Het Energiebedrijf op basis van het onder punt 4 genoemde PvE en de 'Nota van Inlichtingen' van 30 maart 2005 een voorstel heeft uitgebracht onder de naam 'Aanbieding Energievoorziening "Weideveld" Gemeente Bodegraven', gedateerd 26 mei 2005 met kenmerk VNWS/AvG/Bu-05-50. In aanvulling heeft het Energiebedrijf een definitieve en onvoorwaardelijke aanbieding uitgebracht per brief van 8 maart 2006 met kenmerk VNWS/MM/Bu-06-29.

.6.

De Gemeente op basis van de onder punt 5 genoemde voorstellen de voorlopige gunning voor de Energievoorziening van de Locatie onder voorwaarden aan het Energiebedrijf heeft toegewezen, zoals bevestigd in de brief van 22 juni 2006 met kenmerk uit/01458.06, en het Energiebedrijf deze voorlopige gunning heeft geaccepteerd zoals beschreven in haar brief van 2 juli 2006 met kenmerk VNWS/MM/BU-06-67.

.7.

partijen overeenstemming hebben bereikt over alle binnen deze overeenkomst vigerende onderwerpen, hetgeen zij thans wensen vast te leggen in deze schriftelijke overeenkomst waarmee de Gemeente de definitieve gunning voor de Energievoorziening van de Locatie aan het Energiebedrijf verleent.

. KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:

1 DEFINITIES

Aansluiting

De leidingen van het Energiebedrijf die de Binnenhuisinstallatie middels een Meetinrichting met de hoofdleidingen verbindt, met inbegrip van alle andere door of vanwege het Energiebedrijf in of aan de leidingen aangebrachte apparatuur.

Aansluitvoorwaarden

Voorwaarden en eisen van het Energiebedrijf op basis waarvan Aansluiting voor de Levering ten behoeve van de Verbruikers en/of Ontwikkelaar worden gerealiseerd.

BAK

Bijdrage Aansluitkosten, zijnde een éénmalige bijdrage in de kosten voor het aansluiten van Woningen op de Energie-infrastructuur.

BDB-index

BDB-index Eengezinswoningen Nieuwbouw.

Binnenhuisinstallatie

Het geheel van leidingen en apparatuur, zich bevindende achter het Leveringspunt, ten behoeve van Ruimteverwarming, Ruimtekoeling en Warm tapwater in de Woning.

Bouwrijp

Het geschikt zijn van gronden voor de verdere inrichting en bebouwing van de Energie-infrastructuur. De gronden zullen waar nodig worden opgehoogd met zand. Voorts zullen de gronden bereikbaar zijn vanaf het openbare gebied en vrij van feitelijke belemmeringen die de bouw en/of de ingebruikneming verhinderen of beperken op een wijze die niet in redelijkheid voor rekening van het Energiebedrijf behoort te komen.

Certificaat

Een bewijsdocument dat het Energiebedrijf kan inzetten om aan te tonen dat CO2-neutrale elektriciteit is aangewend. Het bewijsdocument moet worden geaccepteerd door de door de Minister van EZ aangewezen instantie, op dit moment de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Als bewijsdocument zijn enkel en alleen te gebruiken: - een groencertificaat zoals bedoeld in de Regeling Groencertifkaten Elektriciteitswet 1998, - de Garantie van Oorsprong, een certificaat zoals bedoeld in het Renewable Energy Certificates System (RECS), - eventuele rechtsopvolgers van de hiervoor genoemde documenten, - anderszins gegarandeerde CO2-vrije certificaten die door de Gemeente worden geaccepteerd.

CO2

Kooldioxide, een broeikasgas dat onder andere ontstaat bij verbranding van fossiele brandstoffen.

CW-klasse

Een label, ontwikkeld door de Stichting Energie Prestatie Keur, waarmee basiseisen als tapdrempel, wachttijd, gelijkmatigheid van temperatuur en rendement kunnen worden vergeleken.

Energie-infrastructuur

Een stelsel van leidingen en installaties, inclusief Opstallen, bedoeld voor de opwekking, het transport en de distributie van verwarmingswater, koelingswater en Warm tapwater als onderdeel van de Energievoorziening, waarop de Binnenhuisinstallaties van Verbruikers kunnen worden aangesloten.

Energievoorziening

Het geheel van voorzieningen en organisatie ten behoeve van de Levering op de Locatie inclusief het deel van de installatie op een perceel dat door het Energiebedrijf wordt beheerd met inbegrip van Meetinrichting en dergelijke.

EPC

Energieprestatiecoëhiciënt: maat voor de energetische eigenschappen van een gebouw of een gedeelte daarvan berekend volgens de vigerende Energieprestatienorm (EPN; NEN 5128).

EPL

Energieprestatie op Locatie: maat voor de energieprestatie van een locatie, berekend volgens de methodiek beschreven in de publicatie EPL-monitor 2003, opgesteld door CE Delft in opdracht van SenterNovem.

Gas

Aardgas.

Gasgestookte hulpketels

Pieklast- en back-upvoorziening voor opwekking van warmte en Warm tapwater.

Gasprijs

Marktconforme prijs voor Gas.

Grondwaterbron

Onttrekkings- en infiltratievoorziening met opstal voor oppompen of terugpompen van grondwater voor de Energievoorziening.

Gestapelde bouw

Gebouw met minimaal 2 Leveringspunten boven elkaar.

Kruipruimte

Een ruimte onder de Woning met een hoogte van minimaal 50 cm, waarin de leidingen van de Energie-infrastructuur worden aangelegd en die via kruipluiken met een afmeting van ten minste 600 x 400 mm bereikbaar zijn.

Koude

Energie voor Ruimtekoeling.

Levering

De terbeschikkingstelling van Warmte ten behoeve van Ruimteverwarming, Koude ten behoeve van Ruimtekoeling en Warm tapwater aan een of meerdere Verbruikers.

Leveringspunt

Het punt waar de feitelijke Levering plaatsvindt, zijnde direct na de Meetinrichting.

Locatie

Nieuwbouwlocatie Weideveld vallende onder de Gemeente Bodegraven, zoals omschreven in artikel 2.1 en weergegeven in Bijlage A.

Meetinrichting

De apparatuur van het Energiebedrijf, deel uitmakend van de Aansluiting en bestemd voor het vaststellen van de omvang van de Levering ten behoeve van de afrekening door het Energiebedrijf en voor de controle van de Levering , behorende tot het Leveringspunt.

Lage Temperatuur Verwarmingsysteem

Installatie, zijnde het samenstel van in een perceel of ruimte aanwezige leidingen en daarmee verbonden toestellen en verwarmingslichamen, deel uitmakend van de Binnenhuisinstallatie, ten behoeve van Ruimteverwarming en Ruimtekoeling waarbij de aangesloten verwarmingsinstallaties bij ontwerpcondities voldoende vermogen leveren bij een maximale aanvoertemperatuur van 45°C en een maximale retourtemperatuur van 35°C.

Niet-meer-dan-anders beginsel

Het beginsel op grond waarvan de kosten voor de Verbruikers van Ruimteverwarming en van Warm tapwater, het vastrecht (jaarlijkse bijdrage), de energieprijs (kosten per m' gas of gigajoule (GJ) warmte) en onderhoud van het Verwarmingssysteem en de Warm tapwater-installatie inclusief herinvestering in de CV-ketel, in de situatie met Levering van Warmte en Warm tapwater gemiddeld niet hoger zijn dan in de situatie met gaslevering.

Niet-urgente storing

Een technisch probleem/defect aan de Energievoorziening, die niet beantwoordt aan de omschreven dehnitie van Urgente storing en waarvan de reparatie/afhandeling in overleg met de Verbruiker onder normale werktijd in te plannen is.

Nutsoverleg

Overleg voor de coördinatie van de aanleg van kabels en leidingen op de Locatie. Doel van dit overleg is om tot een zo goed mogelijke inpassing van de Energievoorziening op de Locatie en afstemming tussen aanleggende partijen te komen.

Oplevering

Het moment waarop de Woningen overeenkomstig het bepaalde in de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) 1989 zijn opgeleverd.

Opstal

Gebouw, werk of beplanting.

Ontwikkelaar(s)

De partijen die de Woningen gaan realiseren.

Programma van Eisen (PvE)

'Programma van Eisen Energievoorziening Weideveld' (PvE) met referentienummer: < > gedateerd .

Ruimtekoeling

Het bestemmen van Koude voor het op de gewenste temperatuur brengen en houden van ruimtes in Woningen.

Ruimteverwarming

Het bestemmen van Warmte voor het op de gewenste temperatuur brengen en houden van ruimtes in Woningen.

Urgente storing

Een technisch probleem/defect aan de Energievoorziening, welke zo spoedig mogelijk (aanvang reparatie binnen 2 uur na melding) verholpen dient te worden. Het betreft dan een storing die leidt of zal leiden tot stagnatie van de Warmte, Koude en/of Warm tapwaterlevering aan de Verbruiker(s) of die leidt of kan leiden tot ernstig ongemak voor de gebruikers of gevolgschade (bijvoorbeeld ernstige lekkage).

Verbruiker

Degene die met het Energiebedrijf een Overeenkomst van Levering heeft afgesloten.

Warm tapwater

Warm water, bereid op basis van drinkwater, dat bedoeld is voor huishoudelijk gebruik.

Warmte

Energie voor Ruimteverwarming en Warm tapwater.

Warmtepompsysteem

Centrale opwekkingseenheid ten behoeve van de Levering , inclusief de warmtepompen met regelingen, Gasgestookte hulpketels en de Grondwaterbronnen.

Warmtevraag

Totale behoefte aan energie voor Ruimteverwarming en Warmtapwater van alle Verbruikers op de Locatie.

Woning

Gebouw dan wel een appartement binnen Gestapelde bouw, geschikt en bestemd voor huisvesting van niet meer dan één huishouden.

2 ALGEMEEN

2.1 Kenmerken van de Locatie

2.1.1

De Locatie is gelegen in de Zuidzijderpolder in de gemeente Bodegraven. Aan de westzijde ligt de wijk Broekvelden. De Locatie wordt verder begrensd door de spoorlijn Leiden- Woerden, de Broekveldselaan en het bedrijventerrein Groote Wetering; de Locatie is hierdoor van de A12 gescheiden. Het oppervlak van het totale plangebied beslaat circa 28 hectare. In bijlage a is een kaart van de Locatie opgenomen.

2.1.2

Voor de Locatie is door de Gemeente op 22 september 2005 een stedenbouwkundig plan vastgesteld welke in bijlage a is bijgevoegd. In dit stedenbouwkundig plan is de hoofdstuctuur van de Locatie vastgelegd: de hoofdgroenstructuur, watergangen, hoofdverkeersontsluiting en de locatie van de woonvelden. Samen met Ontwikkelaar(s) wordt door de Gemeente nadere uitwerking gegeven aan de definitieve inrichting van de woonvelden. In bijlage b is de meest recente planning van de locatieontwikkeling opgenomen.

2.1.3

Indien wijziging van de in het stedenbouwkundige plan opgenomen verdeling van woningtypen of bouwprogramma aantoonbaar leidt tot een situatie waarin op basis van de Hoofdprincipes van de Energievoorziening (bijlage D) ongewijzigde naleving van de afspraken uit deze overeenkomst niet in redelijkheid kan worden verlangd, treden Partijen in overleg om op basis van werkelijke kosten tot een oplossing te komen.

2.1.4

Het Energiebedrijf neemt de volgende uitgangspunten voor locatieontwikkeling in acht: > Het minimaal aantal te realiseren Woningen bedraagt 760 > Het minimale bouwtempo bedraagt gemiddeld 100 Woningen per jaar > Het eerste te realiseren deelgebied omvat minimaal 230 Woningen en wordt gebouwd in 2007-2010

2.1.5

Planning, bouwprogramma en bouwtempo zoals genoemd in de artikelen 2.1.2 en 2.1.4 zijn afhankelijk van marktomstandigheden, wetgeving en wijzigende plannen van de Gemeente en dienen derhalve als indicatief beschouwd te worden. Afstemming over de definitieve planning vindt met alle betrokken partijen plaats. Aan de in dit document genoemde planning, bouwprogramma en bouwtempo kunnen geen rechten worden ontleend.

2.2 Woningen

2.2.1

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de Ontwikkelaar(s) de Woningen op de Locatie bouwen volgens de in deze paragraaf genoemde kenmerken. Bijlage C bevat de bedoelde voorwaarden en specificaties.

2.2.2

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) de Woningen zodanig realiseren dat deze inclusief Energievoorziening (volgens artikel 3.7.1) voldoen aan een EPC van ten hoogste 0,8.

2.2.3

De Gemeente neemt met inachtneming van artikel 3.3.4 in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) de grondgebonden Woningen en de Gestapelde bouw standaard voorzien van Kruipruimten of kelders op maaiveldniveau of halfverdiept, waar leidingen ten behoeve van de Aansluiting op de Energievoorziening in geplaatst kunnen worden.

2.2.4

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) in overleg met het Energiebedrijf ruimte reserveren ten behoeve van de toevoer- en afvoerleidingen voor het transporteren van Warmte, Koude en Warm tapwater, zoals weergegeven in bijlage C en M. Eventuele aanpassingen hierop kunnen na toestemming van de Ontwikkelaar(s) voor rekening en risico van het Energiebedrijf worden doorgevoerd.

2.2.5

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) bij het ontwerpen van de Woningen de Hoofdprincipes voor de Energievoorziening (bijlage D) in acht nemen.

2.2.6

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de Ontwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) van de in bijlage d vermelde appartementencomplexen op basis van door het Energiebedrijf aan te leveren specificaties, en in overleg met het Energiebedrijf in het ontwerp rekening houden met plaatsing van de in bijlage o beschreven dakkoelers ten behoeve van de in artikel 3.10 beschreven regeneratievoorziening.

2.2.7

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de Ontwikkelaar(s) in de Woningen voor eigen rekening op basis van door het Energiebedrijf aan te leveren specificaties en in overleg met het Energiebedrijf, ruimte reserveren ten behoeve van de Meetinrichting ten behoeve van Ruimteverwarming, Ruimtekoeling en Warm tapwater, volgens de richtlijnen zoals opgenomen in bijlage C.5 voor hoog- en laagbouw.

2.2.8

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) de Binnenhuisinstallatie van de Woningen baseren op het temperatuurregime van een Lage Temperatuur Verwarmingsysteem en ontwerpen op basis van de richtlijn ISSO 51 en met inachtname van de Aansluitvoorwaarden.

2.2.9

De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) voor de Energievoorziening benodigde bouwkundige maatregelen aan de Woningen, zoals vloer- en muurdoorvoeringen, sparingen en sparingsbussen, op gespecificeerd verzoek van het Energiebedrijf om niet realiseren en aan het Energiebedrijf ter beschikking stellen.

2.2.10

De Gemeente doet geen uitspraak over de hoogte van de energievraag en geeft geen garantie af voor de hoogte en de continuïteit van de energievraag.

2.3 Bodem

2.3.1

De door de Gemeente ten behoeve van de Energievoorziening te leveren grond voldoet aan de wettelijke bodem- en grondwaterkwaliteitseisen zodanig dat de beoogde bestemming ten behoeve van de Energievoorziening gerealiseerd kan worden.

2.3.2

Het hoge deel (noordelijke helft) van de Locatie wordt bouwrijp gemaakt door de Gemeente volgens de cunettenmethode. Het lage deel (zuidelijke helft) wordt door de Gemeente integraal opgehoogd en voorbelast. Het toekomstige maaiveldniveau van de Locaties ligt op NAP -1,10 m. Het huidige en toekomstige waterpeil is NAP -2,10 m.

2.3.3

De Gemeente heeft voor de Locatie een onderzoek uit laten voeren naar de bQdemgeschiktheid ten behoeve van het gebruik van grondwater als bron voor het Warmtepompsysteem. Het Energiebedrijf betaalt direct na ondertekening van de onderhavige overeenkomst de kosten hiervoor aan de Gemeente, zijnde € 4.165,-- inclusief BTW.

3 KENMERKEN VAN DE ENERGIEVOORZIENING

3.1.1

Het Energiebedrijf realiseert gedurende de contractduur, voor eigen rekening en risico, met inachtneming van hetgeen in deze overeenkomst is bepaald, de aanleg, aansluiting, beheer en onderhoud (preventief en correctief, incl. materialen en loonkosten en vervanging) van de Energievoorziening voor de gehele Locatie.

3.1.2

De Energievoorziening bestaat uit: > Een Warmtepompsysteem, bestaande uit: > Warmtepompinstallatie en Gasgestookte hulpketels > Grondwaterbronnen > Regeneratie van de Grondwaterbronnen > Opwekking van Warmte, Koude en Warm tapwater > Energie-infrastructuur ten behoeve van de Levering > Aansluitingen van Woningen > Levering.

3.2 Warmte- en koudeopwekking

3.2.1

Warmteopwekking voor Ruimteverwarming, Koudeopwekking voor Ruimtekoeling en bereiding van Warm tapwater vindt plaats met het Warmtepompsysteem.

3.2.2

Voor de aandrijfelektriciteit van de Energievoorziening worden door het Energiebedrijf Certificaten aangewend teneinde de CO2-reductie uit artikel 6.1.1 te realiseren. Als uitgangspunt voor de inkoop van de hoeveelheid Certihcaten, geldt de gemeten jaarlijkse prestatie van de Energievoorziening volgens artikel 6.1.2.

3.3 Energie-infrastructuur

3.3.1

De situering van Energie-infrastructuur wordt met inachtneming van de Demarcatielijst (bijlage l) na overleg door de Gemeente bepaald.

3.3.2

De Energie-infrastructuur van het Energiebedrijf bestaat in principe uit: > Twee leidingen voor aanvoer en retour van Warmte ten behoeve van Ruimteverwarming > Twee leidingen voor aanvoer en retour van Koude ten behoeve van Ruimtekoeling > Een circulatieleiding voor aanvoer van Warm tapwater.

3.3.3

De leidingen die door het Energiebedrijf in Kruipruimten worden aangelegd, zijn flexibele leidingen die voor zover mogelijk in een rechte lijn door sparingen, aangebracht in (fundatie) balken en/of vloeren, worden aangelegd, conform het bepaalde hieromtrent uit de Demarcatielijst (bijlage l).

3.3.4

Het Energiebedrijf is ervoor verantwoordelijk dat de leidingen die onderdeel uitmaken van de Energievoorziening bestand zijn tegen de omgeving waarin ze liggen, waaronder begrepen tijdelijk niet-droge kruipruimten.

3.3.5

Het Energiebedrijf spant zich in om de energieverliezen in de Energie-infrastructuur te minimaliseren.

3.3.6

Het Energiebedrijf stemt de aanleg van de leidingen en overige opstallen ten behoeve van de Energievoorziening af in een Nutsoverleg waarin de Gemeente, 0ntwikkelaar(s) en overige aanleggers c.q. beheerders van nutsvoorzieningen voor de Locatie deelnemen en waarin de Gemeente de regie voert en uiteindelijk bepaalt. De aanleg van de Energieinfrastructuur wordt door het Energiebedrijf of een door haar aan te wijzen derde uitgevoerd en gecombineerd met de aanleg van andere nutsvoorzieningen, waarbij de ligging zoveel mogelijk in hetzelfde tracé is en gestreefd wordt naar een gezamenlijke hoofdaannemer. Slechts na overleg met en goedkeuring door de Gemeente mag hiervan worden afgeweken. Als kabels en leidingen die onderdeel uitmaken van de Energievoorziening kruisen met oppervlaktewater, wegen of spoorwegen dan draagt het Energiebedrijf ervoor zorg dat de kabels en leidingen ondergronds worden aangelegd.

3.3.7

Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de Energievoorziening het gebruik van de grond voor andere kabels en leidingen en andere bestemmingen zo min mogelijk belemmert. Het Energiebedrijf gaat hierbij uit van de eisen die de Gemeente hieraan stelt. Ten tijde van ondertekening van deze overeenkomst zijn in ieder geval de Kwaliteits- en inrichtingseisen openbare ruimte (bijlage F) en de Algemene Voorwaarden bij Herbestrating (AVH 2002; bijlage G) van toepassing.

3.4 Aansluitingen van de Woningen

3.4.1

Het Energiebedrijf sluit elke Woning of elk gebouw op de Locatie, na indiening van een aanvraag door de 0ntwikklaar(s) bij het Energiebedrijf, ten minste twee weken voor oplevering aan op de Energievoorziening, mits de 0ntwikkelaar(s) aan de daarvoor relevante Aansluitvoorwaarden voldoet en betaling van de BAK volgens artikel 4.2.4 heeft plaatsgevonden.

3.4.2

Indien het Energiebedrijf de Woningen niet op de Energievoorziening heeft aangesloten op het in artikel 3.4.1. afgesproken moment, verbeurt het Energiebedrijf aan de Gemeente een direct opeisbare (en niet voor verrekening vatbare) boete ad € 100,- per Woning voor elke dag dat de niet-nakoming voortduurt, met een maximum van € 20.000,- per Woning, een en ander overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in artikel 7.5.3.

3.4.3

Het Energiebedrijf levert, installeert, beheert en onderhoudt de Meetinrichting in de Woningen conform de Aansluitvoorwaarden (bijlage C.1). De Meetinrichting blijft eigendom van het Energiebedrijf.

3.4.4

Het Energiebedrijf plaatst bij alle Woningen een Meetinrichting die zich bij voorkeur van het Energiebedrijf niet bevindt in de meterkast, op basis waarvan individuele verrekening van de energiekosten mogelijk is en zodanig dat het in artikel 2.2.8 genoemde Lage Temperatuur Verwarmingssysteem kan worden aangesloten.

3.4.5

De Warmte, Koude en Warm tapwater worden op het Leveringspunt geleverd volgens de specificaties van leveringscondities en installatieparameters zoals vermeld in bijlage CA en zoals genoemd in leveringsvoorwaarden Koude en Warmte en Warm tapwater zoals vermeld in bijlage j en K.

3.4.6

Het Energiebedrijf voert de Energievoorziening zodanig uit dat de Woningen opgeleverd kunnen worden onder de Garantie- en waarborgregeling van het Garantie Instituut Woningbouw (GIW) en ISSO 51, geldend op het moment van aanvraag bouwvergunning.

3.5 Binnenhuisinstallatie

3.5.1

De Gemeente draagt ervoor zorg dat de Ontwikkelaar(s) de Binnenhuisinstallatie voor eigen rekening en risico realiseren waarbij de Binnenhuisinstallatie dient te voldoen aan de Aansluitvoorwaarden.

3.6 Warm tapwater

3.6.1

Het Warm tapwaterverbruik wordt door het Energiebedrijf individueel bemeterd.

3.6.2

Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de in de Energie-infrastructuur toegepaste leidingen voldoen aan de daaraan gestelde eisen en normen, bijvoorbeeld in de VEWINwerkbladen, ter voorkoming van gezondheidsrisico's door opwarming van drinkwater.

3.6.3

Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat er overeenstemming is over ontwerp en uitvoering van de Energievoorziening tussen de bij de realisatie van de Energievoorziening betrokken partijen, waaronder het waterbedrijf, met het oog op het bepaalde in de artikelen 3.6.2 en 3.6.4. Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de levering van Warm tapwater voldoet aan de wettelijke eisen, waaronder eisen ten aanzien van legionella.

3.6.4

Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de capaciteit van Warm tapwaterlevering minimaal overeenkomstig CW-klasse 4 is. Tegen meerkosten zoals gespecificeerd in artikel 4.3.3 wordt een hogere CW-klasse aangeboden.

3.6.5

Het Energiebedrijf biedt de mogelijkheid om op verzoek van 0ntwikkelaar(s) of Verbruiker(s) de capaciteit van de levering van het Warm tapwater uit te breiden tot CW klasse 5 en CW-klasse 6.

3.6.6

De Warm tapwatervoorziening dient te voldoen aan de prestatie-eisen die het GIW stelt aan Warm tapwaterlevering.

3.6.7

Wanneer het Energiebedrijf per cluster Woningen (per Technische Ruimte) niet tijdig een bevestiging van de eerdere akkoordverklaring verkrijgt van het drinkwaterbedrijf voor de realisatie van het warmtapwatersysteem zoals in het vorige lid bedoeld (op basis van een separate circulatieleiding), realiseert het Energiebedrijf binnen de uitgangspunten en voorwaarden uit deze overeenkomst, ondanks de aanmerkelijk hogere kosten, voor eigen rekening en risico voor dat cluster een alternatieve warmtapwatervoorziening, waarbij wordt uitgegaan van een systeem met individuele warmtewisselaars per Woning, waarvan de specificaties zijn weergegeven in bijlage S.

3.7 EPC

3.7.1

Het Energiebedrijf is ervoor verantwoordelijk dat het effect van toepassing van de Energievoorziening op de EPC van de Woningen voor iedere Woning ten minste 0,2 EPCpunt bedraagt zodat iedere Woning een EPC van 1,0 zou hebben wanneer de Woning niet zou zijn aangesloten op de Energievoorziening maar zou zijn voorzien van een HRcombiketel. Het Energiebedrijf voert de Energievoorziening uit volgens de in bijlage R opgenomen gelijkwaardigheidsbenadering.

3.8 Technische ruimtes

3.8.1

Het Energiebedrijf realiseert overeenkomstig de Demarcatielijst (bijlage L) in overleg met de Gemeente en 0ntwikkelaar(s) voor eigen rekening en risico de voor het Warmtepompsysteem benodigde technische ruimten en zichtbare delen van installaties, welke voldoen aan de redelijke eisen ten aanzien van architectuur en welstand. De technische ruimtes worden in overleg met de Gemeente door het Energiebedrijf in principe ondergronds gerealiseerd. De fundatie en graafWerkzaamheden zijn voor kosten van het Energiebedrijf, waarbij het Energiebedrijf met de 0ntwikkelaar(s) in overleg kan treden over uitvoering van de werkzaamheden.

3.8.2

De situering van de 5 technische ruimtes wordt na overleg tussen Partijen waarbij de Hoofdprincipes (bijlage d) in acht worden genomen, door de Gemeente bepaald.

3.8.3

De technische ruimtes hebben afmetingen van maximaal 9,5 x 3,5 x 2,7 meter (lengte, breedte, hoogte), exclusief fundatie.

3.8.4

Wanneer de Gemeente, eventueel op verzoek hiertoe van een Ontwikkelaar, bepaalt dat een of meerdere technische ruimten in afwijking van artikel 3.8.1 door het Energiebedrijf niet ondergronds worden gerealiseerd, dan zijn de eventuele daadwerkelijke meerkosten van bovengrondse plaatsing ten opzichte van ondergrondse plaatsing voor rekening van de Ontwikkelaar die om bovengrondse plaatsing verzoekt.

3.8.5

De geluids- en trillingniveaus van de technische ruimtes voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.

3.9 Grondwateronttrekking

3.9.1

Het Energiebedrijf realiseert voor eigen rekening en risico de voor het Warmtepompsysteem benodigde grondwateronttrekking en draagt zorg voor het tijdig verkrijgen van de vergunning voor grondwateronttrekking.

3.9.2

Voor de grondwateronttrekking worden door het Energiebedrijf één of enkele bronnenparen toegepast. De situering ervan wordt na overleg door de Gemeente bepaald.

3.9.3

De te realiseren grondwaterputten ten behoeve van onttrekking- en infiltratie van het grondwater worden aangebracht in een putbehuizing met een afmeting van ca. 1,5 x 1,5 m.

3.10 Regeneratie

3.10.1

Het Energiebedrijf realiseert voor eigen rekening en risico regeneratie van het grondwater. Hieronder vallen eveneens alle gevolgkosten, waaronder bouwkundige maatregelen, aankoop van grond en huur van benodigde ruimte. Risico's voor de toepasbaarheid van grondwateronttrekking alsmede bijbehorende regeneratiemogelijkheden zijn volledig voor rekening van het Energiebedrijf. De Demarcatielijst (bijlage L) is hierbij van toepassing.

3.10.2

De regeneratievoorziening bestaat uit de in bijlage O beschreven dakkoelers die door het Energiebedrijf worden gerealiseerd op Gestapelde bouw. De situering van de dakkoelers wordt na overleg tussen partijen waarbij de Hoofdprincipes (bijlage D) in acht worden genomen, door de Gemeente bepaald. De met realisatie van het systeem van dakkoelers gemoeide directe en indirecte kosten zijn voor rekening van het Energiebedrijf. Over de realisatie van de dakkoelers en het in artikel 2.2.6. beschreven aspect van het ontwerp van de appartementencomplexen vindt afstemming plaats tussen het Energiebedrijf en de 0ntwikkelaar(s).

3.10.3

De geluids- en trillingniveaus van het regerenatiesysteem voldoen aan de op enig moment daarvoor geldende wettelijke normen.

4 ECONOMISCHE ASPECTEN

4.1.1

De in deze overeenkomst genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

4.2 Kosten welke door de Gemeente aan de Ontwikkelaar(s) zullen worden overgedragen

4.2.1

De vastgestelde Bijdrage aansluitkosten (BAK) voor aansluitingen bedraagt een eenmalig bedrag van € 6.300,--, exclusief BTW, per Woning, indien de leidingen worden aangelegd in de Kruipruimte of kelder. Indien bij een Woning geen Kruipruimte of kelder aanwezig is, is voor de betreffende Woning een verhoging van de BAK met een bedrag van 400,- van toepassing, exclusief BTW.

4.2.2

De BAK, de verhoging van de BAK volgens artikel 4.2.1 en het afkoopbedrag van vastrecht Koude volgens artikel 4.3.4 worden maandelijks geïndexeerd vanaf maart 2006 volgens de BDB-index.

4.2.3

De meerkosten voor uitbreiding van de CW-klasse zijn opgenomen in bijlage i.

4.2.4

Het Energiebedrijf brengt de BAK in rekening bij de 0ntwikkelaar(s) volgens de in bijlage Q opgenomen termijnen.

4.2.5

Buiten de BAK brengt het Energiebedrijf, voor het realiseren van een Aansluiting, geen andere kosten in rekening.

4.2.6

De te verrekenen BAK wordt gerelateerd aan de datum waarop de 0ntwikkelaar(s) een aanvraag doet bij het Energiebedrijf voor aansluiting van de Woningen op de Energievoorziening.

4.3 Kosten voor Verbruikers

4.3.1

Met betrekking tot de tarieven geldt voor alle Aansluitingen een vaste tariefstructuur.

4.3.2

De jaarkosten worden bij de Verbruiker in rekening gebracht op basis van vastrecht en gemeten verbruik.

4.3.3

De tarieven per Aansluiting voor Levering van warmte voor Ruimteverwarming, Koude voor Ruimtekoeling en Warm tapwater voor het eerste half jaar van 2007 bedragen: > Vastrecht Ruimteverwarming, per jaar:  €202,33 > Vastrecht Warm tapwaterlevering bij c\n 4, per jaar:  €70,89 > Verhoging vastrecht Warm tapwaterlevering CW5 tov CW4, per jaar:  €26,38 > Verhoging vastrecht Warm tapwaterlevering CW6 tov c\n4, per jaar:  €69,42 > Vastrecht Ruimtekoeling, per jaar:  €121,4 > Energieprijs Ruimteverwarming, per Gj:  €16,72 > Energieprijs Warm tapwater (excl. koudwaterlevering), per m':   €4,98 Op de vastrechtbedragen voor Warm tapwaterlevering en de energieprijs Warm tapwater is het BT\N-tarief van 6% van toepassing. Wanneer hiervoor een hoger BTW-tarief gaat gelden, zorgt het Energiebedrijf voor een dusdanige aanpassing van deze tarieven (zonder BTW) zodat ze inclusief het aangepaste BTW-tarief niet hoger worden en blijven voldoen aan het kostenkader als genoemd in 4.3.9.

4.3.4

Het optionele eenmalige afkoopbedrag van het vastrecht voor Ruimtekoeling bedraagt € 865,--. Het in artikel 4.3.3 genoemde vastrecht Ruimtekoeling komt bij eenmalige afkoop te vervallen.

4.3.5

Het Energiebedrijf verplicht zich om gedurende de afgesproken contracttermijn, als bedoeld in artikel 7.10, zich te houden aan het Niet-meer-dan-anders-beginsel zoals gesteld in bijlage e. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar vastrecht- en verbruikstarieven.

4.3.6

De in artikelen 4.2.1, 4.3.3 en 4.3.4 genoemde tarieven zijn inclusief een projectkorting van 17,5% ten opzichte van de standaard door het Energiebedrijf gehanteerde tarieven.

4.3.7

De projectkorting op de tarieven zal gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst worden gehandhaafd. Indien echter door wettelijke regulering een maximumtarief wordt vastgesteld zal de projectkorting ten opzichte van dit maximumtarief worden herberekend zodanig dat de jaarlijkse kosten voor de Verbruikers hetzelfde zijn indien u itgegaan zou zijn van de oorspronkelijke tarieven inclusief projectkorting. Indien door wettelijke tariefregulering een bindend tarief wordt vastgesteld dat hoger ligt dan de in artikel 4.3.3 gestelde tarieven inclusief indexering conform artikel 4.3.8, dient het Energiebedrijf in overleg met de Gemeente aan de Gemeente of een door de Gemeente aan te wijzen partij een bedrag te verrekenen van € 1.840,- per Woning, zijnde de verhoging van de aansluitbijdrage ten opzichte van de standaard aansluitbijdrage wanneer geen projectkorting zou zijn toegepast, naar rato van de resterende looptijd en naar rato van nog toegestane tariefkorting. Het bedrag van € 1.840,- is naar prijspeil 2006 en exclusief BTW. Dit bedrag wordt geïndexeerd volgens de afspraak als bedoeld in artikel 4.2.2. Verrekenbedrag €1.840 * resterende looptijd , 17,5% - toegestane korting (%) totale looptijd 17,5%

4.3.8

De in artikel 4.3.3. genoemde tarieven kunnen halfjaarlijks vanaf 1 juli 2006 door het Energiebedrijf geïndexeerd worden volgens de in bijlage E.3 beschreven methode uit het Tariefadvies warmte kleinverbruikers van EnergieNed, waarbij de periodieke actualisatie van de BAK niet wordt toegepast en waarbij de energieprijs Ruimteverwarming wordt gebaseerd op de laagste in Nederland aangeboden Gasprijs. Het vastrecht Ruimtekoeling bedraagt 60% van het vastrecht Ruimteverwarming.

4.3.9

De tarieven als genoemd in artikel 4.3.3 kunnen jaarlijks door de Gemeente worden getoetst aan het kostenkader, zoals vastgelegd in bijlage e. Het Energiebedrijf garandeert dat de jaarlijkse kosten voor Verbruikers voor Ruimteverwarming, Warm tapwater en Ruimtekoeling gedurende de contracttermijn als bedoeld in artikel 7.10, niet hoger worden dan de jaarlijkse kosten in de referentiesituatie met gaslevering, waarvoor voor het jaar 2006 het bedrag van € 983,-- inclusief BTW geldt.

4.3.10

Verbruikers hebben tevens het recht om de tarieven te toetsen. Wanneer op enig moment de tarieven niet voldoen aan het kostenkader zoals vastgelegd in bijlage e, dient het Energiebedrijf deze tarieven direct na constatering aan te passen en eventuele teveel ontvangen bedragen te verrekenen met de Verbruikers.

4.3.11

Na realisatie van de Energievoorziening is het Energiebedrijf verantwoordelijk voor de beantwoording van vragen en de behandeling van geschillen over de Energievoorziening en tarieven richting de Verbruiker.

4.3.12

Behoudens voor zover elders geregeld in deze Overeenkomst leidt eventueel van kracht wordende wetgeving die van invloed is op de exploitatie van de Energievoorziening van het Energiebedrijf, niet tot aanpassing van het kostenkader zoals is omschreven in bijlage e noch kunnen hieruit volgende consequenties voor de exploitatie van de Energievoorziening door het Energiebedrijf anderszins met de Gemeente, de Ontwikkelaar(s) of Verbruikers worden verrekend.

4.4 Subsidies

4.4.1

Het Energiebedrijf spant zich in om subsidies te verkrijgen en fiscale maatregelen te benutten, welke in overleg met de Gemeente worden benut ter verlaging van de BAK . Het verkrijgen van eventuele nu nog niet voorziene subsidies is voor verantwoordelijkheid van het Energiebedrijf; indien een dergelijke situatie zich voordoet zal het Energiebedrijf de Gemeente hiervan terstond op de hoogte brengen.

4.4.2

Het eventueel incalculeren van subsidies of enige andere vorm van financiële bijdragen van derden mag niet leiden tot risico's voor de realisatie van de Energievoorziening of voor de prijsstelling van de BAK en/of tarieven.

4.5 Kosten voor het Energiebedrijf

4.5.1

Het Energiebedrijf realiseert gedurende de in artikel 7.10.2. genoemde contractduur voor eigen rekening en risico de aanleg, aansluiting, beheer en onderhoud van de Energievoorziening voor de gehele Locatie.

4.5.2

De Gemeente vestigt ten behoeve van het Energiebedrijf voor de duur van de Overeenkomst om niet rechten van opstal ten behoeve van Opstallen van het Energiebedrijf en brengt de hiervoor gemaakte werkelijke notariële kosten bij het Energiebedrijf in rekening.

4.5.3

Kabels en leidingen die onderdeel zijn van de Energievoorziening worden door het Energiebedrijf en voor rekening van de partij die om verlegging verzoekt, verlegd. Hiertoe gelden de bij de Gemeente van toepassing zijnde voorwaarden (zie bijlage G).

4.5.4

Kabels en leidingen die door het Energiebedrijf of de door haar aan te wijzen beheerder buiten gebruik worden gesteld, dienen in overleg met en op eerste verzoek van de Gemeente door en voor rekening van het Energiebedrijf te worden verwijderd.

4.5.5

Een eventuele wijziging in het bouwvolume binnen de in artikel 2.1.3 genoemde uitgangspunten heeft geen invloed op de BAK en de tarieven.

4.5.6

Behoudens voor zover elders geregeld in deze Overeenkomst mogen risico°s met betrekking tot onder meer: > Tracering en wijze van aanleg van de Energie-infrastructuur; > Wijzigingen in het overheidsbeleid inzake fiscale maatregelen; > Het niet verkrijgen van subsidies; > Het van overheidswege aanscherpen van de EPC-eis; > Een eventuele wijziging in de planning van het bouwrijp maken en de bouw; > De bodemgesteldheid; > prijzen voor inkoop van (duurzame) elektriciteit en van Certificaten; > Eventueel van kracht wordende of wijzigende wet- en regelgeving die van invloed is op de exploitatie van de Energievoorziening; > wijziging van de situering van infrastructuur, technische ruimten en dakkoelers ten opzichte van de Hoofdprincipes (bijlage d) niet leiden tot verhoging van de BAK c.q. tarieven als genoemd in artikel 4.2.1 en 4.3.3.

5 ORGANISATORISCHE ASPECTEN

5.1 Aansluiting van de Woningen op de Energievoorziening

5.1.1

De aanleg van de Energievoorziening door het Energiebedrijf mag niet tot vertraging leiden bij de ontwikkeling van de Locatie door de 0ntwikkelaar(s).

5.2 Planning

5.2.1

De Gemeente stelt periodiek in overleg met de 0ntwikkelaar(s) een planning op voor het bouwrijp maken en de jaarlijkse woningbouwproductie en communiceert eventuele actualisaties met het Energiebedrijf via het Nutsoverleg zoals genoemd in artikel 3.3.6.

5.2.2

De voorbereidingstijd voor de bouw van de Energievoorziening bedraagt circa 6 maanden, zoals aangegeven in bijlage N Tijdigheidsgegevens. De bouwtijd van de Energievoorziening op Locatie bedraagt circa 2 maanden per installatie. De Gemeente dient deze voorbereidingstijden in acht te nemen. Het Energiebedrijf heeft de vergunning voor grondwateronttrekking reeds bij de provincie aangevraagd; hetgeen hieromtrent in bijlage n Tijdigheidsgegevens is opgenomen is derhalve niet van toepassing op deze overeenkomst.

5.2.3

De Gemeente is aansprakelijk voor wijzigingen van de planning of wijziging van het totaal aantal te realiseren Woningen. Indien Partijen schade ondervinden als gevolg van wijzigingen in de planning, treden partijen in overleg, waarbij alle Partijen zich zullen inspannen de schade tot een minimum te beperken.

5.2.4

Het Energiebedrijf zal met de aanleg van de Energievoorziening aansluiten op de in artikel 2.1.2 genoemde planning van het bouwrijp maken en bouwen van de Woningen. Het Energ iebedrijf sluit de Woningen aan zoals in artikel 3.4 beschreven.

5.3 Storingen

5.3.1

Op verzoek van de Gemeente stelt het Energiebedrijf een rapportage op over het aantal, de duur en de herhalingsgraad van de storingen. Op verzoek van de Gemeente kan op basis van de rapportage overleg plaatsvinden met als doel het aantal, de aard, de duur en/of de herhalingsgraad van de storingen te verminderen.

5.3.2

Het Energiebedrijf voorziet in een storingsdienst/meldpost, die 7 dagen in de week, 24 uur per etmaal bereikbaar is ten behoeve van de Energievoorziening. De storingsmeldpost verzorgt de storingsintake, van zowel de Verbruiker(s) als overige melders van storingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen Urgente en Niet-urgente storingen.

5.3.3

Het Energiebedrijf dient binnen 24 uur na melding van een Urgente storing, deze storing verholpen te hebben. Indien het Energiebedrijf aantoonbaar deze storing niet binnen 24 uur kan verhelpen, dient het Energiebedrijf een adequaat plan van aanpak met de Verbruiker overeen te komen.

5.3.4

In geval een storing op basis van de storingsintake als Niet-urgent kan worden aangemerkt zal het Energiebedrijf nogmaals de klant benaderen voor het maken van een afspraak op een zo kort mogelijke termijn die ten hoogste vijf werkdagen bedraagt, teneinde de storing binnen een naar de aard ervan redelijke termijn te verhelpen.

5.3.5

Doorverwijzen van een storingsmelding niet behorende bij de Energievoorziening en/of overige leveringen van het Energiebedrijf, bijvoorbeeld tot meldingen met betrekking tot het afgiftesysteem bij de Verbruiker(s) maakt standaard geen deel uit van de storingsdienst van het Energiebedrijf.

5.4 Communicatie

5.4.1

De Gemeente initieert overleg voor afstemming over de aanleg van de Energievoorziening. De Gemeente voert directie over de aanleg daar waar het openbaar gebied betreft.

5.4.2

Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig en volledig leveren van de benodigde informatie aan de 0ntwikkelaar(s) en Verbruikers over de werking van de Energievoorziening en het begeleiden bij de werkzaamheden van de 0ntwikkelaar(s) inzake de aanleg van de Energievoorziening. De communicatie aan Verbruikers dient in ieder geval plaats te vinden door middel van: > Een of meerdere gezamenlijke voorlichtings/kopersavonden. > Een handleiding/informatiebrochure over de wijze van het omgaan met de Energievoorziening. > Een informatieblad over tarieven.

5.4.3

De Gemeente draagt ervoor zorg dat Ontwikkelaar(s) tezamen met het Energiebedrijf voor en na de Oplevering van de Woningen Verbruikers informeren over het gebruik van de Energievoorziening en het Laag Temperatuur Verwarmingssysteem waaronder het hanteren van een constante ruimtetemperatuur en het niet toepassen van nachtverlaging.

6 MILIEU

6.1 Milieuprestatie

6.1.1

Het Energiebedrijf garandeert, op basis van de gerealiseerde EPC zoals omschreven in artikel 2.2.2, dat na oplevering van alle Woningen op de Locatie, de CO2-reductie van de Locatie per jaar groter of gelijk is aan 30% ten opzichte van de situatie waarin de Woningen een EPC van 1,0 zouden hebben, zijn voorzien van HR-ketels en zijn aangesloten op een aardgasnet.

6.1.2

De CO2-reductie dient jaarlijks door het Energiebedrijf te worden bepaald conform de methodiek zoals beschreven in bijlage h, op basis van de daadwerkelijke woningontwerpen).

6.1.3

De in artikel 6.1.1 genoemde garantie geldt voor zover de op basis van meting vastgestelde jaarlijkse warmtevraag van de Locatie niet groter is dan 125% van de op basis vans de daadwerkelijke woningontwerpen berekende warmtevraag, zoals uitgewerkt in bijlage h.

6.1.4

Teneinde de in artikel 6.1.1 genoemde CO2-reductie te garanderen kan het Energiebedrijf ten behoeve van de inkoop van de benodigde elektriciteit voor de warmtepompen gebruik maken van Garanties van Oorsprong via en conform de systematiek van CertiQ. Als uitgangspunt voor de inkoop van de hoeveelheid Certificaten, geldt de gemeten jaarlijkse prestatie van de Energievoorziening volgens bijlage h.

6.2 Borging milieuprestatie

6.2.1

Na Oplevering van de laatste Woning stelt het Energiebedrijf voor eigen rekening en risico jaarlijks een rapportage op over ten minste de milieuprestatie van de Energievoorziening in relatie tot de in artikel 6.1.1. vermelde cbelstelling en randvoorwaarden en verstrekt en/of publiceert deze rapportage aan of ten behoeve van de Gemeente en de Verbruikers. De Gemeente heeft het recht de milieuprestatie te toetsen.

6.2.2

Indien uit de in artikel 6.2.1 genoemde rapportage blijkt, dat de in artikel 6.1.1 genoemde CO2-reductie niet wordt gehaald dan rust met inachtneming van artikel 7.5 op het Energiebedrijf de verplichting om ervoor te zorgen dat de Energievoorziening op haar kosten zodanig wordt aangepast, dat de in artikel 6.1.1 genoemde CO2-reductie wordt gehaald tenzij het Energiebedrijf aantoont dat de reductie niet is gehaald wegens een oorzaak die niet aan het Energiebedrijf is toe te rekenen.

6.2.3

Bij twijfel over juistheid van de realisatie van de CO2-reductie als genoemd in artikel 6.1.1 kan de Gemeente verlangen dat er een onderzoek plaats vindt in hoeverre de toegezegde waarden ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. De kosten van het onderzoek zijn voor diegene op wiens verzoek het onderzoek wordt verricht. Alleen in het geval dat de door het Energiebedrijf toegezegde waarde, zoals bepaald volgens de uitgangspunten, methodiek, en invulling van de EPL-rekenmethodiek zoals weergegeven in bijlage h.2 niet wordt gerealiseerd, komen de kosten van voormeld onderzoek voor rekening van het Energiebedrijf.

6.2.4

Het Energiebedrijf spant zich in eventueel mogelijke verbeteringen van de energieefficiency van de Energievoorziening door te voeren in de beheersfase, gedurende de looptijd van de overeenkomst.

6.2.5

Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat bij het eventueel toepassen van isolatie van de distributieleidingen gebruik gemaakt wordt van cFK-vrije materialen.

7 JURIDISCHE ASPECTEN

7.1 Van toepassing zijnde voorwaarden

7.1.1

Alle in deze overeenkomst en in de bijlagen vermelde en bijgevoegde voorwaarden en verplichtingen vormen één geheel met deze overeenkomst en zijn onlosmakelijk daarmee en met elkaar verbonden. Bij tegenstrijdigheden tussen de overeenkomst en de bijlagen of bijgevoegde voorwaarden, prevaleert de overeenkomst. Indien de genoemde voorwaarden en verplichtingen worden gewijzigd, treden partijen in overleg om te bezien wat de consequenties zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst.

7.2 Vergunningen

7.2.1

Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig beschikken over de benodigde vergunningen, zodanig dat de ontwikkeling van de Locatie geen vertraging oploopt. De Gemeente verleent medewerking voor zover haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden en wet- en regelgeving zich daar niet tegen verzetten en onverminderd rechten van derden.

7.2.2

Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van een grondwateronttrekkingsvergunning, welke nodig is voor het onttrekken van grondwater. De aanvraag van de vergunning geschiedt op grond van de Grondwaterwet en de Grondwaterverordening en vindt plaats bij de Provincie Zuid-Holland. De Gemeente is bereid het Energiebedrijf te ondersteunen in haar communicatie met de provincie teneinde de vergunning tijdig verstrekt te krijgen, waarbij de Tijdigheidsgegevens uit bijlage n van toepassing zijn.

7.2.3

Bij uitvoering van werken in de openbare ruimte zijn de Algemene Voorwaarden bij Herbestrating (AVH 2002) van de Gemeente van toepassing. Deze voorwaarden zijn opgenomen in bijlage G.

7.2.4

Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van bouwvergunningen ten behoeve van de realisatie van de met de Energievoorziening samenhangende bouwwerken en installaties.

7.2.5

Het Energiebedrijf voldoet aan de uit de vergunningen voortvloeiende eisen.

7.3 Eigendom

7.3.1

De Energievoorziening is voor de duur van het contract eigendom van het Energiebedrijf.

7.3.2

De Gemeente vestigt ten behoeve van het Energiebedrijf erfdienstbaarheden en tijdelijke opstalrechten om niet voor de duur van de overeenkomst voor de Opstallen en de daarbijbehorende kabels en leidingen in/op door haar uit te geven grond en gebouwen, zodat de toegang tot de gerealiseerde werken voor de Energievoorziening ten behoeve van het Energiebedrijf is gewaarborgd. De hiermee gemoeide notariële kosten zijn voor rekening van het Energiebedrijf.

7.3.3

De Gemeente draagt ervoor zorg dat de 0ntwikkelaar(s) van de in bijlage D genoemde gebouwen voor rekening van het Energiebedrijf erfdienstbaarheden en tijdelijke opstalrechten vestigen voor de duur van de overeenkomst voor de dakkoelers op de in bijlage d genoemde gebouwen, zodat de toegang tot de dakkoelers ten behoeve van het Energiebedrijf is gewaarborgd.

7.4 Kettingbeding

7.4.1

De Gemeente draagt ervoor zorg dat de Ontwikkelaar(s) in koopovereenkomsten met betrekking tot door hen te verkopen Woningen kwalitatieve verplichtingen opnemen ten aanzien van het dulden van de aansluiting van Woningen op de Energievoorziening.

7.5 Aansprakelijkheid (en boeteclausule)

7.5.1

Het Energiebedrijf vrijwaart de Gemeente tegen aanspraken van derden voor vergoeding van schade die is ontstaan door of in verband met handelingen van het Energiebedrijf. De Gemeente vrijwaart het Energiebedrijf tegen aanspraken van derden voor vergoeding van schade die is ontstaan door of in verband met handelingen van de Gemeente.

7.5.2

Indien een uit deze overeenkomst, dan wel nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, voortvloeiende verplichting door een partij niet, niet tijdig en l of niet volledig wordt nagekomen en waarop artikel 3.4.2 en 7.7.3 niet van toepassing is, heeft de andere partij het recht die partij onder opgaaf van de tekortkoming te berichten dat de tekortkoming binnen een redelijke termijn, doch maximaal binnen 14 dagen na ontvangst van de (schriftelijke) mededeling dient te zijn verholpen.

7.5.3

Indien het Energiebedrijf niet binnen de in artikel 7.5.2. genoemde termijn van (maximaal) 14 dagen de toerekenbare tekortkoming heeft verholpen, verbeurt zij aan de gemeente per dag een direct opeisbare (en niet voor verrekening vatbare) boete ad € 100,- per Woning voor zover het gaat om woninggebonden verplichtingen, met een maximum van € 20.000,- per Woning, en € 2.500,- voor verplichtingen die niet gerelateerd zijn aan het aantal Woningen, voor elke werkdag dat het Energiebedrijf in gebreke is, onverminderd het recht op nakoming en l of volledige schadevergoeding, met een maximum van € 1.000.000,- (boete en eventuele schadevergoeding cumulatief) per tekortkoming. Indien een tekortkoming in de nakoming van een woninggebonden verplichting per cluster (technische ruimte) meer dan 50 Woningen treft dan geldt tevens een maximum van EUR 1.000.000 (boete en eventuele schadevergoeding cumulatief) per tekortkoming per cluster (technische ruimte). Indien het Energiebedrijf in verband met deze overeenkomst gehouden is tot betaling van een of meerdere boetes en schadevergoeding, zal bij het verrekenen van de schadevergoeding het reeds betaalde boetebedrag op het schadebedrag in mindering worden gebracht.

7.6 Wijzigingen overeenkomst

7.6.1

Wijziging van de overeenkomst is uitsluitend bindend indien deze wijziging schriftelijk door alle Partijen is overeengekomen.

7.6.2

Indien een ernstige wijziging van de uitgangspunten tijdens de duur van de overeenkomst zou leiden tot omstandigheden van dien aard dat ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mag of kan worden gevergd, zullen partijen met elkaar in overleg treden over een aanpassing van de overeenkomst teneinde deze in overstemming te brengen met de alsdan gewijzigde omstandigheden.

7.6.3

Indien op enig moment mocht blijken dat één of meer bepalingen van deze overeenkomst onverbindend mocht zijn (naar het oordeel van de rechterlijke instantie) dan blijven de overige bepalingen onverminderd van kracht en zullen de niet verbindende onderdelen worden vervangen door afspraken die de strekking en bedoeling van deze overeenkomst zo goed mogelijk benaderen.

7.7 Overdracht aan derden

7.7.1

Het Energiebedrijf kan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst slechts overdragen aan (een) derde(n), onder de voorwaarde dat die derden alle verplichtingen overnemen en als de hunne erkennen en onder de voorwaarde dat de Gemeente toestemming geeft. Een overdracht zoals hier bedoeld wordt vooraf schriftelijk aan de Gemeente gemeld. Goedkeuring kan worden onthouden, indien voormelde derde naar objectieve maatstaven gemeten qua doelstelling, financiële draagkracht, reputatie en ervaring niet gekwalihceerd genoeg is om de aanleg en exploitatie verder voort te zetten.

7.7.2

Het gestelde in artikel 7.7.1 is niet van toepassing voor zover de rechten en verplichtingen van het Energiebedrijf jegens de Gemeente door een rechtsopvolger onder algemene titel worden verkregen door fusie als bedoeld in artikel 2:309 BW of door splitsing als bedoeld in artikel 2:334a BW. Het Energiebedrijf stelt de Gemeente onverwijld schriftelijk op de hoogte van een verkrijging door een rechtsopvolger onder algemene titel in de zin van dit artikel. Het Energiebedrijf garandeert dat de rechtspersoon die de rechten en verplichtingen onder algemene titel heeft verkregen, haar verplichtingen ingevolge deze overeenkomst strikt zal nakomen.

7.7.3

Indien het Energiebedrijf handelt in strijd met artikel 7.7.1 of 7.7.2 verbeurt zij aan de Gemeente een direct opeisbare boete van € 250.000,--, onverminderd het recht op nakoming en/of volledige schadevergoeding.

7.8 Overmacht

7.8.1

Indien een partij haar verplichtingen niet kan nakomen als gevolg van overmacht, treden partijen met elkaar in overleg om te komen tot nieuwe afspraken. Onder overmacht wordt verstaan een tekortkoming die niet aan de betreffende partij kan worden toegerekend, indien zij niet te wijten is aan dier schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt of in situaties van internationale conflicten en gewelddadige en l of gewapende acties.

7.9 Geschillen

7.9.1

Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. 7.9.2 Alle geschillen naar aanleiding van of op grond van deze overeenkomst of van andere overeenkomsten, welke van deze overeenkomst het gevolg mochten zijn, zullen worden onderworpen aan het oordeel van de Rechtbank te 's-Gravenhage.

7.10 Duur van de overeenkomst

7.10.1

In geval de bouw van de Locatie niet doorgaat, zal de Overeenkomst van rechtswege ontbonden zijn, zonder dat partijen aanspraak kunnen maken op enige (schade)vergoeding jegens elkaar.

7.10.2

De contractperiode loopt vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst tot 30 jaar na Oplevering van de eerste Woning.

7.10.3

Het Energiebedrijf dient de Energie-infrastructuur gedurende de looptijd van de overeenkomst deugdelijk te onderhouden.

7.10.4

Het Energiebedrijf doet vijf jaar voor het einde van de contractperiode een voorstel voor de (wijze van) continuering onder gelijke voorwaarden van de Energievoorziening. Voortzetting van het contract kan alleen onder de voorwaarde dat geen extra kosten bij de Gemeente of de Verbruikers in rekening worden gebracht.

7.10.5

Wanneer de Gemeente besluit om op basis van het voorstel van het Energiebedrijf het contract te beëindigen en geen nieuwe partij vindt die de Energievoorziening overneemt, verwijdert het Energiebedrijf op verzoek van de Gemeente de onderdelen van de Energievoorziening zoals weergegeven in bijlage p.

7.10.6

Indien aan het einde van de contractperiode geen nieuwe overeenkomst tussen de Gemeente en het Energiebedrijf is gesloten noch met een andere partij door de Gemeente een overeenkomst is gesloten over overname van de Energievoorziening, wordt de Overeenkomst onder dezelfde voorwaarden, voor een periode van één jaar verlengd. Totdat een nieuwe overeenkomst gesloten wordt of zich een nieuwe energieleverancier aandient die wel bereid is het net over te nemen tegen de door een onafhankelijke deskundige die door beide partijen is aangesteld getaxeerde waarde, zal de overeenkomst telkens met één jaar verlengd worden.

7.10.7

Gemeente en Energiebedrijf onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheid om de toekomstige bewoners, met inachtneming van de artikelen 7.10.4 tot en met 7.10.6., een rol te geven in de besluitvorming over de voortzetting van de overeenkomst c.q. de Energievoorziening, waaronder bijvoorbeeld het oprichten van een vereniging van deelgenoten in een mandelige zaak. Afspraken aangaande een dergelijke constructie en de juridische uitwerking hiervan dienen uiterlijk eind oktober 2007 overeengekomen te zijn.

7.11 Beëindiging van de overeenkomst

7.11.1

Binnen de looptijd van deze overeenkomst is het partijen niet mogelijk de overeenkomst op te zeggen, tenzij de overeenkomst met wederzijds goedvinden wordt beëindigd.

7.11.2

De Gemeente heeft in afwijking van artikel 7.11,1 het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang door middel van een aangetekende brief met handtekening retour te beëindigen in geval aan het Energiebedrijf voorlopige of definitieve surseance van betaling wordt verleend of in geval deze in staat van faillissement is verklaard, dan wel anderszins het beheer over haar vermogen heeft verloren.

7.12 Geheimhoudingsplicht

7.12.1

Partijen verplichten zich alle hun uit hoofde van deze overeenkomst ter kennis gekomen projectinformatie als vertrouwelijk te behandelen en niet zonder voorafgaande toestemming van Partijen op enigerlei wijze ter beschikking aan derden te stellen, onverlet de verplichtingen ingevolge de Wet Openbaarheid van Bestuur.

8 BIJLAGEN

8.1.1

De aan deze overeenkomst gehechte bijlagen, zoals genoemd in artikel 8.1.3, dienen als ingelast en ingevoegd te worden beschouwd in deze overeenkomst. Bij strijdigheid prevaleert het bepaalde in de in deze overeenkomst opgenomen artikelen boven het gestelde in de bijlagen.

8.1.2

Partijen verklaren de in artikel 8.1.3 genoemde stukken te hebben ontvangen en kennis te hebben genomen van de inhoud.

8.1.3

Bijlagen:

A. Stedenbouwkundig plan

B. Planning locatieontwikkeling

C. Voorwaarden en specificaties van de woningen:

C.1 Aansluitvoorwaarden warmte en warm tapwater

C.2 Richtlijnen meterkast laagbouw

C.3 Richtlijnen meterkast hoogbouw

C.4 Specificatie van levercondities en installatieparameters

C.5 Principeopstelling meetinrichtingen

D. Hoofdprincipes van de energievoorziening

E. jaarkosten:

E.1 Toetsing niet-meer-dan-anders principe

E.2 Berekeningsmethodiek jaarkosten

E.3 Tariefadvies EnergieNed 2006

E.4 Overzicht tarieven Ie kwartaal 2006

E.5 Tarieven- en vergoedingsregeling

F. Kwaliteits- en inrichtingseisen openbare ruimte

G. Algemene voorwaarden bij herbestrating (AVH) 2002

H. CO2

H.1 CO2-rekenmethodiek

H.2 EPL rekenmethodiek

I. CW-klassen

J. Algemene Leveringsvoorwaarden warmte en warm tapwater huishoudelijk

K. Algemene Leveringsvoorwaarden koude huishoudelijk

L. Demarcatielijst

M. Situeringsmogelijkheden leidingen onder/voor woningen

N. Tijdigheidsgegevens voor realisatie energievoorziening

O. Principe-indeling schachten rookgasafvoer + regeneratie + bekabeling

P. Beschrijving componenten energievoorziening i.r.t. evt. verwijderen na einde contract

Q. Betalingsschema

R. Gelijkwaardigheidsverklaring EPN

S. Meetinrichting Nuon met warmtewisselaar